Faciliteit voor onbelast uitkeren dividend aan erfgenamen AB-aandelen uitgebreid
Terugwerkende kracht voor oude gevallen, mits dividend uiterlijk op 31 december 2014 wordt genoten
Als aanmerkelijkbelangaandelen vererven moet voor de inkomstenbelasting in ieder geval worden afgerekend bij de erflater over het vervreemdingsvoordeel op het door de aandelen vertegenwoordigde beleggingsvermogen dat zich in de vennootschap bevindt (art. 4.16 lid 2 onder e Wet IB 2001).
Denkbaar is dat na vererving van aandelen waarbij is afgerekend over het vervreemdingsvoordeel ter zake van het beleggingsvermogen, dividend wordt uitgekeerd, bijvoorbeeld om de verschuldigde inkomstenbelasting te kunnen betalen. Over deze dividenduitkering moet dan wederom inkomstenbelasting worden voldaan.
Om dubbele heffing te voorkomen, kent de Wet IB 2001 een faciliteit op grond waarvan binnen twee jaar na het overlijden van de erflater onbelast dividend kan worden uitgekeerd tot het bedrag dat bij de erflater als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen (art. 4.12a Wet IB 2001). Voorwaarde is dat de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang wordt verlaagd met het ontvangen dividend.
Bij besluit van 17 september 2014 is de faciliteit voor het onbelast uitkeren van dividend op aanmerkelijkbelangaandelen verruimd, om te voorkomen dat een dividenduitkering op vererfde aanmerkelijkbelangaandelen aanleiding geeft tot heffing van inkomstenbelasting over niet-vererfde aanmerkelijkbelangaandelen die al in het bezit waren van de erfgenaam.
Op grond van art. 2:201 BW wordt dividend uitgekeerd over alle aandelen in de vennootschap van dezelfde soort. Dit kan bezwarend zijn voor degene die ook niet-vererfde aandelen bezit in die vennootschap. Die ontvangt immers ook dividend waarover hij wel belasting moet betalen. Dit is niet gewenst. De nieuwe goedkeuring houdt daarom in dat de verkrijger krachtens erfrecht van de aanmerkelijkbelangaandelen de faciliteit van art. 4.12a Wet IB 2001 kan toepassen op zowel de vererfde aandelen als op de aandelen van dezelfde soort in de vennootschap die reeds in zijn bezit zijn op het tijdstip van overlijden van de erflater. Let op! De uitbreiding van de faciliteit geldt dus alleen voor bestaande aandeelhouders die tevens aandelen erven, niet voor alle aandeelhouders van de vennootschap!
Erfgenamen voor wie de wettelijke termijn van 24 maanden reeds is verstreken, kunnen bovendien op grond van het beleidsbesluit alsnog gebruik maken van de verruimde faciliteit. Dit geldt ook voor de erfgenamen die in aanmerking zouden kunnen komen voor de verruimde faciliteit maar hiertoe geen verzoek hebben ingediend of gedeeltelijk hebben moeten afrekenen en wiens aanslagen al onherroepelijk vaststaan. Voor toepassing van de verruimde faciliteit is wel vereist dat een verzoek hiertoe uiterlijk op 31 december 2014 is ingediend bij de Inspecteur, en het dividend uiterlijk op die datum is genoten.