EHRM wijst ook door SMCO aangespannen procedure over de bedrijfsopvolgingsregeling in de SW af
Op 22 november 2013 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet niet discriminatoir zijn. Ondanks deze uitspraak was de Stichting Meldpunt Collectief Onrecht van mening dat sprake was van strijd met het discriminatieverbod zoals dat is vastgelegd in het EVRM en het Eerste protocol bij het EVRM. De stichting riep belastingplichtigen op om zich te verenigingen en de gang naar het EHRM te maken.
Op 27 mei 2014 oordeelde het EHRM (nr. 18485/14) in een procedure die vergelijkbaar is met de door het SMCO-aangespannen zaak dat geen sprake is van discriminatie. De wetgever komt een ruime beoordelingsmarge toe bij het maken van onderscheid. Het EHRM vindt het argument gerechtvaardigd dat de heffing van schenk- en erfbelasting bij de verkrijging van ondernemingsvermogen niet mag leiden tot liquiditeitsproblemen waardoor de continuïteit van een onderneming in gevaar kan komen. Uit de praktijk blijkt dat de maatregel effectief is om liquiditeitsproblemen te voorkomen, zodat niet kan worden geoordeeld dat de maatregel onevenredig is.
Thans meldt de Stichting Meldpunt Collectief Onrecht op haar website dat ook de door de stichting aangespannen procedure is afgewezen.