De aandeelhoudersovereenkomst: wat moet erin en wat niet?
Samenwerking staat vaak centraal bij het verwezenlijken van de doelstelling van een vennootschap. Een aandeelhoudersovereenkomst is hierbij onmisbaar. Maar wat houdt deze overeenkomst nu precies in? Welke onderwerpen regel je zoal? Hoe verhoudt de overeenkomst zich tot de statuten en hoe moet de overeenkomst worden uitgelegd? Hieronder ga ik kort in op deze vragen waarbij wordt ingegaan op een interessante uitspraak van Hof Amsterdam van 18 januari 2022.
De aandeelhoudersovereenkomst
De houder van een aandeel staat in vennootschapsrechtelijke betrekking tot de onderneming. Het aandeel geeft hem bepaalde rechten (bijvoorbeeld uitkeringen van de winst) en verplichtingen (denk aan storting op de aandelen). Naast de op het vennootschapsrecht gebaseerde statuten is het is belangrijk dat ook verbintenisrechtelijk duidelijke afspraken worden gemaakt tussen de aandeelhouders onderling en de vennootschap over wat zij van elkaar mogen verwachten. De contractsvrijheid maakt dat de aandeelhoudersovereenkomst hiervoor uitermate geschikt is. Partijen kunnen ieder gewenst onderwerp nader regelen.
Onderwerpen in de aandeelhoudersovereenkomst
De aandeelhoudersovereenkomst zal vaak een nadere uitwerking zijn van de statuten. Echter, partijen hoeven zich niet te beperken tot alleen de statutaire onderwerpen. Veelal worden afspraken gemaakt over de inrichting en doelstelling van de onderneming, het ondernemingsplan en de manier waarop aandeelhouders met elkaar zullen samenwerken. Daarnaast is het ook belangrijk afspraken te maken over het kapitaal en de governance van de onderneming. Hoe en wanneer vindt bijvoorbeeld uitkering op aandelen plaats. Maar ook welke beperkingen gelden, hoe kan worden voorkomen dat kapitaal weglekt en op welke manier kunnen aandelen worden overgedragen. Voor governance geldt, dat het belangrijk is te bepalen welke regels gelden ten aanzien van het bestuur van de vennootschap, het toezicht op het bestuur en de checks and balances binnen de vennootschap. De manier waarop het stemrecht kan worden uitgeoefend speelt hierin een belangrijke rol. Verder mag niet worden vergeten welke regels gelden in geval van geschilbeslechting, hoe men partij wordt bij de overeenkomst of deze juist kan opzeggen, welke stappen men dient te ondernemen in geval van wanprestatie en hoe de aandeelhoudersovereenkomst zich verhoudt tot de statuten.
Verhouding met de statuten
De statuten vormen de grondregels van de rechtspersoon en zijn wettelijk voorgeschreven. Dit is een verschil met de aandeelhoudersovereenkomst, die optioneel kan worden vormgegeven naast de statuten. De statuten zijn openbaar en kunnen door iedereen worden opgevraagd en ingezien. Buitenstaanders mogen vertrouwen op de inhoud van de statuten. De aandeelhoudersovereenkomst is in beginsel niet openbaar en geldt alleen tussen partijen bij de overeenkomst. Het is dan ook belangrijk na te gaan wat men wil opnemen in de statuten en dus kenbaar wil maken voor iedereen, en wat men graag binnen de vennootschap wil houden. Veelal wordt geadviseerd om een algemene bepaling op te nemen in de statuten en deze nader uit te werken in de aandeelhoudersovereenkomst. Hoewel de statuten de wettelijke basis vormen voor de rechtspersoon, is het mogelijk om op basis van het verbintenissenrecht de aandeelhoudersovereenkomst te laten prevaleren boven de statuten. Dit kan met name van belang zijn als het aankomt op de uitleg van de aandeelhoudersovereenkomst ten opzichte van de statuten.
Uitleg van de aandeelhoudersovereenkomst
Door de openbaarheid van de statuten wordt uitgegaan van de objectieve uitleg (taalkundige betekenis). De aandeelhoudersovereenkomst wordt daarentegen uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf: beslissend is de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen en wat zij ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De partijbedoelingen staan hierin centraal. De uitspraak van Hof Amsterdam van 18 januari 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2022:148) is een mooi voorbeeld van hoe in de praktijk wordt omgegaan met de uitleg van de aandeelhoudersovereenkomst en illustreert het belang van duidelijke bewoordingen in de overeenkomst.
In de statuten en aandeelhoudersovereenkomst van Solutions B.V. waren bepalingen opgenomen over vrijwillige overdrachten van aandelen, alsmede gedwongen aandelenoverdracht. Bestuurders A en B (tevens aandeelhouders A en B) besloten af te treden als bestuurders van Solutions B.V. (tezamen waren zij ook de meerderheidsaandeelhouders in de vennootschap). Als gevolg hiervan zag aandeelhouder X de mogelijkheid om op grond van de statutaire bepaling en regeling in de aandeelhoudersovereenkomst, A en B te dwingen tot aandelenoverdracht in het kader van change of control (wijziging van de zeggenschap). De vraag is echter of met het aftreden van bestuurder A en B sprake is van een change of control zoals bedoeld in de statuten en aandeelhoudersovereenkomst.
Volgens de voorzieningenrechter was dit het geval. Met de bepalingen hebben de toenmalige aandeelhouders bedoeld overeen te komen dat als A en B zouden aftreden als bestuurders, hiermee sprake is van change of control om op die manier de minderheidsaandeelhouders te beschermen. De rechter kent daarbij veel betekenis toe aan de verklaringen van aandeelhouder X aangezien zij als aandeelhouder betrokken was bij de totstandkoming van de aandeelhoudersovereenkomst en daarmee als geen ander kan verklaren over de partijbedoelingen. Het feit dat de bepaling over change of control ontbrak in de concept aandeelhoudersovereenkomst maar later op verzoek van aandeelhouder X is toegevoegd, geeft een indicatie hiervan. De voorzieningenrechter gaat dus uit van change of control bij aftreden van de bestuurders.
Het Hof gaat hier niet in mee en stelt dat sprake is van change of control bij de wijziging van zeggenschap op aandeelhoudersniveau. Zo is in de aandeelhoudersovereenkomst een definitie opgenomen van control die verwijst naar stemrechten, aandeelhouderskapitaal en de bevoegdheid om bestuurders te ontslaan. Daarmee gaat het volgens het Hof om de positie van de aandeelhouder en niet om de positie van de bestuurder. Daarnaast worden in de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst het woord zeggenschap gebruikt. In juridisch taalgebruik wordt hier doorgaans mee gedoeld op de positie van de meerderheidsaandeelhouder. In de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst wordt ook het woord control gebruikt. Aangezien de statuten door juristen zijn opgesteld, is dit een aanwijzing dat met change of control wordt gedoeld op wijzigingen in de aandeelhouders belangen en niet wijzigingen in het bestuur. Een derde indicatie is dat expliciet wordt gesproken over de aandeelhoudersbelangen van aandeelhouder A en aandeelhouder B. Ten tijde van het sluiten van de aandeelhoudersovereenkomst was hun gezamenlijke directe of indirecte aandelenbelang meer dan 50%. Hierdoor konden derden niet zomaar zeggenschap krijgen in de vennootschap. Met het aftreden van de bestuurders zou het aandelenbelang onder de 50% zakken, waardoor het risico zou bestaan dat derden wel zeggenschap over de vennootschap konden krijgen. Het beding over change of control heeft de strekking dit risico tegen te gaan. De bestuurswisseling kan daarom niet worden aangemerkt als change of control.
Deze uitspraak laat zien dat zelfs rechters op verschillende wijzen omgaan met de interpretatie van partijbedoelingen. Aangezien de aandeelhoudersovereenkomst geen openbaar stuk betreft en op basis van contractsvrijheid hier veel in kan worden geregeld, is het belangrijk zo duidelijk mogelijk te verwoorden welke rechten en verplichtingen men voor ogen heeft met betrekking tot de samenwerking in de vennootschap.
Meer weten over dit onderwerp?
Zie ook de toelichting in Via Juridica: 'Extra-verplichtingen en (kwaliteits)eisen (art. 2:192 BW)'.