Schenken aan ondernemer met negatief eigen vermogen
Bij menig ondernemer nemen in deze periode de schulden toe en sommige ondernemers hebben zelfs moeite hun schulden te betalen. Wat heeft een schenking aan iemand die niet in staat is zijn eigen schulden te voldoen voor gevolgen voor de inkomstenbelasting en schenkbelasting? In deze ELN worden deze gevolgen besproken.
Inleiding
Schenkbelasting wordt geheven over de waarde van al wat door een schenking wordt verkregen van iemand die ten tijde van de schenking in Nederland (fictief) woont, of van rechtspersonen die in Nederland gevestigd zijn. Voor de schenkbelasting wordt de gift gelijkgesteld met een schenking. Schenkbelasting wordt geheven bij de verkrijger over schenkingen en giften. Civielrechtelijk komt een schenking tot stand op het moment dat het schenkingsaanbod is aanvaard. Dit uitgangspunt geldt fiscaalrechtelijk ook, met uitzondering van de schenking onder opschortende voorwaarde. Fiscaalrechtelijk komt een schenking onder opschortende voorwaarde tot stand op het moment dat de voorwaarde in vervulling gaat (art. 1 lid 9 SW). Schenking onder opschortende voorwaarde speelt onder andere bij de zogenoemde tweetrapsschenking of fideï-commissionaire schenkingen. Hierbij verkrijgt de begiftigde onder ontbindende voorwaarde van overlijden (bezwaarde genoemd) en de tweede begiftigde onder opschortende voorwaarde van in leven zijn op het moment dat de bezwaarde overlijdt (verwachter genoemd). Wordt de schenkingsovereenkomst gesloten op het moment dat de schenker niet (fictief) in Nederland woonachtig was en woont hij in Nederland op het moment dat de voorwaarde in vervulling gaat, dan is in Nederland schenkbelasting verschuldigd. Als de schenker ten tijde van het vervullen van de voorwaarde al is overleden en hij in Nederland (fictief) woonachtig was, is de verwachter over zijn verkrijging geen schenkbelasting, maar erfbelasting verschuldigd (art. 12 SW).
Nadat de waarde van de verkrijging voor de begiftigde is vastgesteld, wordt hierop het bedrag van zijn vrijstelling in mindering gebracht. Vervolgens wordt de verschuldigde schenkbelasting berekend. Iedere verkrijger heeft recht op een vrijstelling voor de schenkbelasting. Deze vrijstelling kan afhankelijk zijn van de relatie tussen de schenker en de verkrijger, zoals de jaarlijkse vrijstelling voor kinderen van € 5.515 (2020), of van een specifieke status van verkrijger, zoals een ANBI, of van een specifieke situatie bij verkrijger, zoals schenking aan een insolvabel persoon (art. 33 SW). Daarnaast geldt nog een specifieke vrijstelling op grond van de bedrijfsopvolgingsregeling (art. 35b SW).
Lees het gehele artikel hier.