In gesprek met de expert: mr. dr. Marek Zilinsky
In gesprek met een expert is een rubriek in het Vakblad PE Notariaat. In editie 2024-4 van ons vakblad hebben we Marek Zilinsky geïnterviewd. Marek werkt als adviseur binnen de praktijkgroep Litigation & Arbitration bij Houthoff in Amsterdam. Hij is gespecialiseerd in het internationaal privaatrecht in de breedste zin van het woord. Naast zijn werk bij Houthoff is Marek hoofddocent internationaal privaatrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast is hij vaste medewerker van onder meer WPNR en van het Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging (TCR).
Wie of wat is uw inspiratiebron?
Al tijdens mijn studie Bedrijfsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam ben ik geïnteresseerd geraakt in het internationaal privaatrecht. Het was met name het “technische” karakter van dit rechtsgebied dat mij aansprak. Niet veel open normen, maar regels die een “wegwijs”-functie hebben. Aan de voorliefde voor dit vakgebied hebben ook de zeer interessante colleges van prof. Vlas bijgedragen.
Vanwaar de keuze voor dit vakgebied? Heeft u altijd al interesse gehad in zaken met een internationaal karakter?
Ik vergelijk het internationaal privaatrecht altijd met een navigatie-app. De regels binnen het internationaal privaatrecht geven onder andere aan welke rechter bevoegd is om kennis van een internationaal geschil te nemen en welk recht geldt bij de oplossing van zo’n geschil. Dit vakgebied is er dankzij het bestaan van verschillende rechtsstelsels in de wereld en heeft tot de taak dit te “coördineren”.
Hoe ziet u de rol van het notariaat in het internationaal privaatrecht? Welke uitdagingen komen notarissen tegen in grensoverschrijdende transacties?
In de praktijk heeft men niet alleen te maken met de regels van het internationaal privaatrecht die door de Nederlandse wetgever zijn vastgesteld, maar ook met de regels die afkomstig zijn van “Brussel” dan wel in verschillende verdragen zijn vastgelegd. Doordat de maatschappij steeds internationaler wordt en transacties heel vaak – soms zelfs onbewust – grensoverschrijdend zijn, moet de notaris vaak niet alleen rekening houden met het Nederlandse recht maar ook met eventueel buitenlands recht. De notaris moet dit ook aan zijn cliënt kunnen uitleggen.
Welke recente ontwikkelingen in het internationaal privaatrecht zijn voor notarissen van belang?
Ik wil voornamelijk wijzen op de ontwikkelingen vanuit “Brussel”. Zo geldt de Verordening Huwelijksvermogensstelsels vanaf 29 januari 2019 in de Europese Unie. Dit is een zeer belangrijke EU-Verordening voor het notariaat. Deze verordening zorgt er bijvoorbeeld voor dat een rechtskeuze in de huwelijkse voorwaarden ook in een groot deel van de lidstaten van de Europese Unie wordt erkend. Ook zorgt deze verordening ervoor dat rechterlijke beslissingen met betrekking tot huwelijksvermogens binnen deze lidstaten worden erkend. Vanaf 29 januari 2019 geldt in de Europese Unie ook de (vergelijkbare) Verordening betreffende de vermogensrechtelijke gevolgen van een geregistreerd partnerschap.
Een andere voor het notariaat belangrijke ontwikkeling is de inwerkingtreding en implementatie van de zogenaamde Mobiliteitsrichtlijn. Deze regeling maakt grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen in de Europese Unie mogelijk.
Uw werk bij Houthoff richt zich op Litigation en Arbitration. Wat kunnen notarissen leren van deze juridische gebieden, vooral in zaken met internationale aspecten?
Ik ben voornamelijk werkzaam bij de sectie Litigation & Arbitration. Houthoff begeleidt veel internationale geschillen en transacties. Hierbij is het nodig dat men tijdig ziet welke rechter bevoegd is en welk recht geldt. Dit versterkt heel vak de onderhandelingspositie van onze cliënten. Maar binnen Houthoff fungeer ik ook als een “vliegende kiep”. Hierbij merk ik dat het voor notarissen van belang is dat zij zich bewust moeten zijn van het bestaan van het internationaal privaatrecht. Bij het adviseren van cliënten of bij het opstellen van akten in internationale situaties moet een notaris zich altijd afvragen of de voorgestelde aanpak ook buiten Nederland werkt. Ik merk dat het notariaat hierin steeds beter wordt. Dit voorkomt veel geschillen.
Kunt u voorbeelden geven van veelvoorkomende valkuilen bij grensoverschrijdende arbitragezaken en hoe notarissen deze (mogelijk) kunnen vermijden?
Door de totstandkoming van nieuwe regelgeving op het terrein van het internationaal privaatrecht in de Europese Unie bestaan er steeds minder valkuilen. Vroeger werden vaak rechtskeuzes in de huwelijkse voorwaarden en in testamenten opgenomen, zonder zich af te vragen of deze rechtskeuzes al dan niet in het buitenland worden erkend. Tegenwoordig zie ik ook vaak dat de Nederlandse notarissen problemen moeten oplossen die zijn veroorzaakt door buitenlandse notarissen. Zo was ik recentelijk betrokken bij een grensoverschrijdende herstructurering van een (familie-)vennootschappenstructuur. Op de aandelen van een van de vennootschappen waren bepaalde in Nederland onbekende zekerheidsrechten gevestigd. Men wilde deze vennootschap in een Nederlandse vennootschap omzetten en de buitenlandse zekerheidsrechten behouden. Maar dit bleek achteraf niet mogelijk te zijn.
Zijn er bepaalde landen waar Nederland, op het gebied van internationaal privaatrecht, voorbeelden of lessen uit kan trekken?
Ik zou het juist anders willen benaderen: Nederland was altijd een voorloper op het terrein van het internationaal privaatrecht. Zo is de Haagse Conferentie voor het Internationaal privaatrecht in Den Haag gevestigd. Binnen deze organisatie komen verdragen op dit rechtsgebied tot stand. Vele daarvan zijn belangrijk voor het notariaat, zoals het Haags Erfrechtverdrag, Haags Testamentsvormenverdrag en het Haags Huwelijksvermogensverdrag. Nederland is vaak als gastland ook het eerste land dat een Haags verdrag ratificeert. Men hoopt dan dat de andere landen snel volgen.
Welk moment in uw carrière is u het meest bijgebleven?
Een van de belangrijke momenten was het verdedigen van mijn proefschrift. In mijn proefschrift over de vereenvoudiging van de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen besteedde ik aandacht aan het snijvlak tussen het internationaal privaatrecht, het Europese recht en het Nederlandse executierecht.
Wat ziet u als essentiële vaardigheden voor notarissen die zich bezighouden met internationaal privaatrecht?
Het herkennen van de internationaliteit van de casus en up-to-date zijn in kennis op dit rechtsgebied. Ik vind dat een notaris nadat hij of zij heeft vastgesteld dat sprake is van een internationale casus, op een 'kruispunt' komt te staan: ga ik met het beoordelen van de gevolgen van de internationaliteit zelf aan de slag of schakel ik een expert in. Ik probeer bij de studenten notariaat juist dit bewustzijn duidelijk te maken. Het inschakelen van een expert (of soms is een klein overlegje voldoende) kan veel conflicten voorkomen.
Zijn er specifieke gebieden in het notarieel onderwijs die volgens u versterkt kunnen worden om studenten voor te bereiden op hun latere werkzaamheden in het notariaat?
Ik vind het belangrijk dat het internationaal privaatrecht in het notariële onderwijs blijft ingebed. Ik denk dat de (kandidaat-)notarissen in de toekomst steeds meer met internationale casus te maken krijgen. Het niveau van het onderwijs in het notariële internationaal privaatrecht in Nederland is heel goed. Persoonlijk zou ik willen dat er (iets) meer ruimte voor dit vakgebied binnen het – niet alleen notariële – onderwijs zou bestaan.
Welke ontwikkelingen binnen het internationaal procesrecht en ondernemingsrecht hebben volgens u meer aandacht nodig in juridische publicaties?
Aan het notariële internationaal privaatrecht wordt in Nederland redelijk veel aandacht besteed. Het volgen van vakliteratuur, zoals WPNR of het tijdschrift Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR) draagt bij aan het up-to-date hebben van kennis van dit rechtsgebied. In deze publicaties komen diverse notariële onderwerpen aan bod. Ik vind wel dat men soms iets sneller op de recente ontwikkelingen moet wijzen, zodat de juristen in de praktijk zich hiervan bewust worden. Er zijn inmiddels zoveel regels binnen het internationaal privaatrecht dat ik van notarissen hoor dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Aan mij de taak om ze gerust te stellen en ze duidelijk te maken hoe ze ermee moeten omgaan.
"Ik verwacht een versterking van de grensoverschrijdende
samenwerking binnen het Europese notariaat.
Deze samenwerking is zeer belangrijk bij kennisuitwisseling over de lokale regelgeving."
Welke trends in het internationaal privaatrecht zullen, naar uw mening, grote invloed hebben op het Nederlandse notariaat in de komende vijf jaar?
Ik denk het internationaal vennootschapsrecht. Om twee redenen, Nederland is een geliefd vestigingsland voor internationale concerns. Dit brengt echter ook mee dat dit soms wordt misbruikt. Gekeken wordt hoe dit door de regels van het internationaal privaatrecht kan worden voorkomen. Zo moet een in Nederland opgerichte en in Nederland gevestigde vennootschap in een andere lidstaat worden erkend, zelfs al heeft deze vennootschap geen activiteiten in Nederland. Maar is dit wenselijk? Moet niet worden aangeknoopt bij het recht waar de activiteiten van deze vennootschap gelegen zijn? Ik verwacht ook versterking van de grensoverschrijdende samenwerking binnen het Europese notariaat. Deze samenwerking bestaat al en is zeer belangrijk bij kennisuitwisseling over de lokale regelgeving.
Ziet u al impact van digitalisering en/of toepassing van AI in internationale privaatrechtelijke kwesties? Wat zijn volgens u de grootste kansen en risico's voor notarissen op dit vlak?
Persoonlijk werk ik niet veel met AI en het is mij dus ook niet bekend of AI al veel wordt gebruikt. Ik kan me voorstellen dat AI als hulpstuk wel een rol kan vervullen. Zo kan AI met name veel ondersteuning bieden bij de “wegwijs”-functie van het internationaal privaatrecht. Ik wil wel erop wijzen dat men niet blind op AI moet vertrouwen. Altijd zelf de oplossing controleren!
Wat motiveert u in uw gecombineerde rol als adviseur en hoofddocent? Hoe dragen deze rollen bij aan uw benadering van internationale juridische vraagstukken?
Mijn praktijk bij Houthoff is zeer internationaal en is een schatkamer van voorbeelden voor het onderwijs. Ik maak veel geschillen mee die ik vervolgens als voorbeelden in mijn colleges en publicaties kan gebruiken. Soms denk je als academicus dat zich bepaalde situaties niet kunnen voordoen. Totdat je in de praktijk gaat werken. Aan de andere kant, door lang aan de universiteit te werken heb ik veel know-how waarvan ik op kantoor gebruik kan maken. Het is een uitstekende en zeer welkome vice-versa-werking. Ik raad het iedereen aan. Houthoff ondersteunt ook mijn betrokkenheid in het onderwijs. Zo neem ik vaak mijn studenten mee naar Houthoff waarbij zij onder begeleiding van mijn collega’s met internationale casus aan de slag kunnen gaan.
Dit interview is afkomstig uit Vakblad PE Notariaat editie 2024-4. Wist u dat u ook PE-punten kan verdienen met het bestuderen van de artikelen in PE Notariaat e-learning? Bekijk hier onze abonnementen!