In gesprek met de expert: mr. Leonie Rammeloo
In gesprek met een expert is een rubriek in het Vakblad PE Notariaat. In editie 2023-3 van ons vakblad hebben we Leonie Rammeloo geïnterviewd. Zij is als advocaat gespecialiseerd in beroepsaansprakelijkheid en tuchtrecht van beroepsbeoefenaren (vooral notarissen en advocaten). Naast haar praktijk geeft zij veel les en is zij advocaat-lid van het Hof van Discipline.
In 2007 werd u griffier bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam. Was het ‘toeval’ dat u daar terecht kwam en u daardoor geïnteresseerd bent geraakt in het tuchtrecht, of wilde u daar bewust terecht komen?
In 1997 ben ik als advocaat begonnen op een groot advocatenkantoor, op de procesrechtafdeling waar ook veel tucht- en beroepsaansprakelijk- heidszaken werden behandeld. In die praktijk heb ik dus van meet af aan in veel tuchtzaken opgetreden, vooral voor advocaten en notarissen. Ik haal veel voldoening uit deze praktijk, vooral omdat het meestal om meer gaat dan alleen materiële zaken. Ook beroepseer, communicatie en emoties spelen een rol. Elke beroepsbeoefenaar vindt het vervelend een klacht te krijgen en omdat een klacht dichtbij komt, vinden de meesten het lastig om voor zichzelf op te komen en zich adequaat te verweren. Ik probeer de beroepsbeoefenaar voor wie ik optreed echt ‘bij te staan’, door hem of haar te ontzorgen en, wanneer dat mogelijk is, de situatie te de-escaleren.
Naast de beroepsaansprakelijkheidspraktijk ben ik sinds 2007 actief in het advocatentuchtrecht. De aanleiding voor mijn benoeming als griffier van de Raad van Discipline Amsterdam in 2007 was erg droevig; mijn collega Beatrijs Slot, die op dat moment de griffier was, is verongelukt en overleden. Ik heb haar rol toen van de ene dag op de andere overgenomen. Ik heb het als heel bijzonder ervaren, om ineens ‘aan de andere kant van de tafel te zitten’, met beroepsrechters samen te werken, uitspraken te schrijven en samen met mijn griffiemedewerkers verantwoordelijk te zijn voor de logistiek van de advocatentuchtrechtspraak in het ressort Amsterdam. Toen in 2015 de griffies zijn gereorganiseerd, ben ik tuchtrechter geworden: als advocaat-lid van eerst de Raad van Discipline Amsterdam en sinds 2019 van het Hof van Discipline, dat de tuchtzaken in hoger beroep behandelt. Ik heb veel geleerd van mijn functies ‘aan de andere kant van de tafel’.
Hoe is het, volgens uw inschatting, in het
algemeen gesteld met de ethische
standaard van notarissen in Nederland?
Het is mijn indruk en ervaring dat de meeste notarissen in Nederland ondernemers zijn, die bevlogen zijn in het helpen en adviseren van mensen en bedrijven op diverse rechtsgebieden. Ik spreek vooral notarissen die hun vak – of beter gezegd: hun ambt – zo goed mogelijk willen uitoefenen en klachten en claims willen voorkomen. Vooral merk ik dus de ambitie om het goed te doen. Ik zie ook dat dit best lastig is: door de vele regels en de steeds mondiger en kritischer clientèle. Op kritiek van de toezichthouder zit de gemiddelde notaris al helemaal niet te wachten. Volgens mij bestaat het overgrote deel dus uit goedwillenden.
Maar ook bij hen gaat wel eens wat mis; in mijn praktijk zie ik dat dat meestal onbedoeld is. Er zullen ook notarissen zijn die met opzet de regels overschrijden. Wanneer zij mij benaderen voor bijstand, verwijs ik hen vaak door naar een bevriende advocaat die ook strafrechtelijke expertise heeft. Bij opzet zal de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar waarschijnlijk geen dekking verlenen; ook daarom komt zo’n kwestie minder snel bij ons kantoor terecht. Zodoende kan ik op basis van de praktijk van ons kantoor geen percentage (of promillage) noemen van notarissen met een mindere ethische standaard. Tegelijkertijd zie je ook dat de ethische eisen die de maatschappij aan notarissen stelt steeds veranderen. Dat maakt ons werk interessant en daarmee ook intellectueel uitdagend.
"Klachten wegens fraude komen zelden voor;
de zaken die ik ken betreffen klachten tegen de collega’s van een
frauderende notaris over het verwijt dat ze de fraude niet hebben
voorkomen en/of niet eerder hebben gestopt"
Wat gebeurt er als een vermoeden van fraude bij een notariskantoor bestaat en hoelang duurt zo’n proces?
Ons kantoor is partijdig belangenbehartiger van notarissen en andere beroepsbeoefenaren. Wij komen pas in beeld wanneer de toezichthouder – voor het notariaat is dat het BFT – een onderzoek instelt op een kantoor en daar vermoedens of aanwijzingen van fraude uit voortkomen. De aanleiding daarvan is regelmatig dat de belastingdienst een ‘signaal’ geeft aan het BFT over een notaris; vaak is dat naar aanleiding van een melding door een bank van ongebruikelijke transacties door een partij, die dan te herleiden is tot een notariële akte. Overigens hebben de klachten die het BFT dan indient meestal betrekking op de Wwft. Klachten wegens fraude komen zelden voor; de zaken die ik ken betreffen klachten tegen de collega’s van een frauderende notaris over het verwijt dat ze de fraude niet hebben voorkomen en/of niet eerder hebben gestopt.
Wat is de meest voorkomende klacht tegen notarissen die gegrond wordt verklaard?
Tuchtzaken tegen notarissen gaan over veel verschillende
onderwerpen. De meeste gegrond verklaarde klachten gaan over (schending van) de zorgplicht van de notaris; bijvoorbeeld dat de
notaris de cliënt niet goed heeft voorgelicht over de gevolgen van de akte of dat de gevolgen van een akte anders zijn dan de cliënt voor ogen stond. Daarbij speelt vaak een rol dat de notaris door
onvoldoende dossiervorming niet meer kan aantonen dat hij/ zij de cliënt heeft voorgelicht.
Een voorbeeld uit de praktijk is het wijzigen van huwelijkse voorwaarden: beide echtgenoten zijn het eens met de reden voor de aanpassing, zoals het voorkomen dat zakelijke schulden worden verhaald op de echtelijke woning, maar bij echtscheiding blijkt de aanpassing negatief uit te pakken voor een van hen, die vervolgens de notaris verwijt daar niet voor gewaarschuwd te zijn.
En wat is een veelvoorkomende klacht tegen notarissen die vaak ongegrond wordt
verklaard?
Zaken waarin familieleden van een cliënt na diens overlijden klagen over het feit dat de notaris heeft meegewerkt aan een akte (meestal: het testament), met het argument dat de cliënt niet wilsbekwaam was, komen veel voor. De familieleden zijn dan bijvoorbeeld teleurgesteld over wat ze (niet) erven. Regelmatig worden klachten tegen notarissen over het niet controleren van de wilsbekwaamheid ongegrond verklaard. Volgens vaste rechtspraak geldt namelijk dat een notaris het ‘primaat’ heeft bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt, mits de notaris zijn of haar werkwijze kan beschrijven bij de voorbereiding van de akte. Veel van dit soort klachten leiden daardoor tot een ongegrondverklaring. Overigens zijn dit steevast lastige zaken voor de verwerend notaris; in het verweer kan niets gezegd worden over de beweegredenen van de cliënt; die gelden als toevertrouwd en vallen daardoor onder de geheimhoudingsplicht. Dat bemoeilijkt de mogelijkheid van verweer. Wanneer de werkwijze van de notaris bij het beoordelen van de wilsbekwaamheid niet afdoende kan worden aangetoond, kan een klacht in een wilsbekwaamheidskwestie toch tot een gegrondverklaring leiden.
De beroepsaansprakelijkheidsverzekering biedt dekking voor claims als gevolg van specifieke beroepsfouten van notarissen. Wat is de invloed die de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar heeft ingeval een notaris een tuchtklacht krijgt?
Wanneer er civielrechtelijke risico’s kleven aan een kwestie waarin een klacht is ingediend, dan vindt de verzekeraar van de notaris het eigenlijk altijd belangrijk dat de kwestie wordt gemeld. De verzekeraar wil dan graag betrokken zijn bij het verweer in de klachtzaak en is regelmatig bereid om de kosten van de advocatuurlijke bijstand in de klachtzaak te vergoeden. Let wel: daarvoor moet wel zogenaamde ‘schadedreiging’ bestaan; bijvoorbeeld wanneer de kans op een claim groter is bij een gegrondverklaring van de klacht. Spelen er geen civielrechtelijke risico’s – bijvoorbeeld wanneer geklaagd wordt over de bejegening door een notaris – dan bemoeit de verzekeraar zich niet met de klachtzaak. De verzekeraar biedt immers beroepsaansprakelijkheidsdekking en dat is wat anders dan een rechtsbijstandverzekering.
Zou u iets kunnen zeggen over welke impact een klacht heeft op een notaris, zowel persoonlijk als zakelijk?
Zoals ik net al zei: elke notaris vindt het vervelend een klacht te krijgen. Sommige notarissen worden een beetje angstig van zo’n klacht.
Dat gebeurt het meest bij notarissen die in hun eentje kantoor houden en geen kantoorgenoten hebben om erover te praten. Ik ken ook notarissen die niemand verteld hadden over de klachtzaak en wat dit met hen doet; ze deelden dit zelfs niet met hun levenspartner. Ik raad dat echt af: maak van je hart geen moordkuil. Praat áltijd met iemand over de klacht. Ik heb samengewerkt met twee eenpitter-notarissen die sinds de studie bevriend waren gebleven; bij een zitting van de een ging de ander als morele steun mee en andersom. Ik ken ook
notarissen die zelfs sterker uit een klachtzaak komen; door op kantoor te vertellen wat er speelt en de klacht te gebruiken als leerpunt, als aanleiding om de processen of werkwijze op hun kantoor te
verbeteren.
Heeft u zelf wel eens een klacht gekregen?
Zo ja, zou u iets meer kunnen vertellen over die ervaring?
Ik heb twee keer een klacht gekregen (die gelukkig allebei ongegrond zijn verklaard). De eerste was in mijn hoedanigheid van griffier van de Raad van Discipline en de tweede kwam van de wederpartij van een cliënt. Hoewel ik beide keren wel verwachtte dat de klacht ongegrond zou worden verklaard, vond ik het toch leerzame trajecten. Ik vond het een vreemde gewaarwording om zelf partij te zijn (in plaats van advocaat). Ik vond het best heftig om zo’n procedure te ondergaan: door het feit dat anderen over mijn handelen gingen oordelen en door de lange duur van zo’n procedure, zonder dat je daar invloed op hebt.
Wat kan binnen het notariaat verbeterd worden om het aantal klachten te verkleinen?
Mijn advies aan notarissen, die geconfronteerd worden met een boze cliënt of een teleurgestelde belanghebbende, is: ga het gesprek aan! Leg uit dat je een ministerieplicht hebt, een geheimhoudingsplicht en dat de kernwaarden onpartijdigheid en onafhankelijkheid voor jou gelden. Benoem dat je alleen binnen die kaders kunt werken. En wijs cliënten op hun eigen verantwoordelijkheden. Vaak komt de klacht immers voort uit onbegrip bij de cliënt over de positie van de notaris. Dat zijn geen gemakkelijke gesprekken, maar het is belangrijk om te blijven communiceren, in plaats van uit ‘schrik’ in je schulp te kruipen. Leidt het gesprek niet tot begrip of een oplossing en komt er toch een klacht, stel dan voor om het gesprek voor te zetten onder leiding van de voorzitter van de Kamer voor het Notariaat (die mogelijkheid staat expliciet in de Wet op het notarisambt).
Welke zaken hebben de meeste indruk op u gemaakt? Zou u daarbij een zaak kunnen noemen vanuit uw rol als advocaat en een zaak vanuit uw rol als lid van het Hof van Discipline?
Een selectie van zaken maken na 27 jaar advocatuur en 16 jaar als griffier/tuchtrechter vind ik moeilijk. Veel indruk maakten de zaken met veel publiek of pers in de zaal; in die zaken heb ik maar besloten om niet naar achteren te kijken en mijn pleidooi te houden alsof ik daar alleen met mijn cliënt zat. Zo trof ik in een complexe zaak, waarin ik namens de notaris hoger beroep had ingesteld tegen een fikse
schorsing, een publiek van vijftig notariële studenten.
En in een zaak met media-aandacht hoorde ik pal achter me steeds de
Telegraaf-journalist Twitterberichten typen. Het belang van de cliënt dien je ook dan door de tuchtrechter (proberen) te overtuigen
en niet door de media of het publiek te bespelen.
Als tuchtrechter heb ik verweerders, in dat geval dus advocaten, meegemaakt die geen respect toonden voor de tuchtrechter, terwijl hen toch ernstige verwijten werden gemaakt. Ze lachten bijvoorbeeld de klacht weg, werden boos of trokken de deskundigheid van het tuchtcollege in twijfel. Hoewel je als tuchtrechter natuurlijk alleen de klacht beoordeelt, helpt zo’n opstelling ter zitting niet. Daarom houd ik cliënten altijd voor om respectvol te blijven, hoe heftig de verwijten ook zijn en hoe zeer de zaak iemand ook aangrijpt.
Ook hier geldt: blijf in gesprek, ook met de rechters!
Dit interview is afkomstig uit Vakblad PE Notariaat editie 2023-3. Wist u dat u ook PE-punten kan verdienen met het bestuderen van de artikelen in PE Notariaat e-learning? Bekijk hier onze abonnementen!