Internetconsultatie voorstel box 3-heffing op basis van werkelijk rendement van start!
Tot en met 20 oktober 2023 kan iedereen die dat wil reageren op een voorstel voor een nieuw box 3-stelsel (https://internetconsultatie.nl/wetwerkelijkrendementbox3/b1). Dit voorstel kan dienen als hulpmiddel voor een nieuw kabinet. Het voorstel bestaat uit een wetsvoorstel met een Memorie van Toelichting. In het algemene deel van de Memorie van Toelichting worden de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel geschetst. Het belang van het Ministerie van Financiën om nu te starten met de internetconsultatie voor het nieuwe stelsel is gelegen in het voorkomen van verdere vertraging. Bij uitstel van de internetconsultatie wordt het vrijwel onmogelijk om een nieuw stelsel op 1 januari 2027 in werking te laten treden.
Opzet nieuwe stelsel
Het uitgangspunt van het te consulteren stelsel is dat de werkelijke inkomsten worden belast, het zogeheten werkelijk rendement. Dit werkelijk rendement bestaat uit het directe rendement, zoals rente, huur en dividend met aftrek van bepaalde omschreven kosten waaronder financieringskosten, kosten van aan- en verkoop en beheerkosten. Daarnaast bestaat het behaalde rendement ook uit indirect rendement, de positieve of negatieve waardeontwikkeling van bijvoorbeeld aandelen of vastgoed. De waardeontwikkeling wordt in principe jaarlijks belast (vermogensaanwasbelasting). Als er sprake is van een verlies, dan mogen de verliezen verrekend worden met box 3-inkomen uit andere jaren. Wel zal er sprake zijn van een verliesdrempel.
Voor een aantal vermogensbestanddelen, zoals vastgoed, grond, minder dan 5%-pakketten in familiebedrijven en start- en scale-ups, is het uitgangspunt om de waardeontwikkeling pas bij realisatie te belasten, de zogeheten vermogenswinstbelasting. Ook bij een vermogenswinstbelasting worden directe inkomsten, zoals huur en dividend, belast en zijn de werkelijke kosten aftrekbaar.
Aparte behandeling voor (eerste) box 3-woning
Sommige belastingplichtigen hebben in box 3 een tweede woning voor eigen gebruik. Om de belastingheffing voor deze groep eenvoudig te houden, is het voorstel om voor deze eerste woning in box 3 alleen een forfait te gebruiken waarmee het eigen gebruik, huurinkomsten en de waardestijging over een lange reeks van jaren wordt geacht te zijn belast. Dit forfait is een vast percentage van de WOZ-waarde (gedacht wordt aan een forfait tussen 3,5 en 5%). Een gerealiseerde vermogenswinst (bij verkoop) wordt dan niet meer belast. Om gebruik te kunnen maken van dit forfait worden eisen gesteld aan de mate van eigen gebruik (tenminste 70% eigen gebruik). Een woning die bijvoorbeeld het volledige jaar aan een derde wordt verhuurd, zal onder de vermogenswinstbelasting vallen. In dat geval zijn de werkelijke huurinkomsten en de waardeontwikkeling (bij verkoop) belast. Dit geldt ook voor andere woningen die een belastingplichtige naast dit ene huis voor eigen gebruik kan hebben in box 3. De eerste eigen woning (de hoofdverblijfwoning) blijft in box 1 belast.
Heffingvrij inkomen
Het voorstel is daarnaast om in het nieuwe stelsel het huidige heffingvrije vermogen te vervangen door een heffingvrij inkomen. Dit betekent dat niet een deel van het vermogen maar een deel van de inkomsten die met het vermogen worden behaald, wordt vrijgesteld van belasting.
Vervolg
De uitkomsten van de consultatie worden aangeboden aan de Tweede Kamer en kunnen vervolgens worden gebruikt bij de besluitvorming over het nieuwe box 3-stelsel door het nieuwe kabinet.