Verwerpen van een nalatenschap namens een minderjarige erfgenaam
Wanneer een minderjarige gerechtigd is tot een nalatenschap, gelden speciale wettelijke voorschriften. Deze hebben vooral te maken met de aanvaarding en verwerping van de nalatenschap en met de toestemming die nodig kan zijn voor bepaalde beschikkingshandelingen. Deze ELN besteedt aandacht aan het verwerpen van een nalatenschap namens een minderjarige erfgenaam.
Inleidend
De wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige kan een nalatenschap namens de minderjarige slechts beneficiair aanvaarden of met machtiging van de Kantonrechter verwerpen. Het zuiver aanvaarden namens een minderjarige is niet mogelijk (art. 4:193 lid 1 BW).
Verwerping geschiedt door het afleggen van een verklaring van verwerping bij de griffie van de Rechtbank van de laatste woonplaats van de erflater (art. 4:191 lid 1 BW). De wettelijke vertegenwoordiger moet – onder overlegging van de machtiging tot verwerping – de verklaring tot verwerping laten inschrijven in het boedelregister.
Termijn voor verwerping namens een minderjarige
Het uitbrengen van een verklaring van verwerping bij de griffie van de Rechtbank moet door de wettelijke vertegenwoordiger worden gedaan binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap (of een aandeel daarin) aan de minderjarige erfgenaam toekomt. Bij plaatsvervulling door verwerping is dat vanaf het moment waarop degene wiens plaats wordt vervuld tot verwerping is overgegaan (‘Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter’, p. 92).De driemaandstermijn kan door de Kantonrechter op verzoek worden verlengd (art. 4:193 lid 1 BW jo art. 4:192 lid 2, tweede zin BW).
Heeft de wettelijke vertegenwoordiger de termijn laten verlopen, dan geldt de nalatenschap als door de minderjarige erfgenaam beneficiair aanvaard (art. 4:193 lid 2 BW). De Kantonrechter kan hiervan aantekening doen houden in het boedelregister.
Verwerpen na genoemde termijn van drie maanden is niet mogelijk, de beneficiaire aanvaarding is dan een feit (Rechtbank Limburg 23 februari 2017, nr 5739820 EZ 17-46, ECLI:NL:RBLIM:2017:1693).
Lees het gehele artikel hier.